In de Canadese Rocky Mountains deed ik iets wat ik al heel lang wilde: een gletsjerwandeling maken. Met ijzers onder mijn schoenen en een driedubbele laag kleding aan liep ik over de witte ijsheuvels van de Athabasca Glacier. Een geweldige hike waarbij de natuur immens groot aanvoelde en ikzelf heel klein.
Icefields Parkway
De wekker gaat vroeg, want we worden op tijd verwacht aan de voet van de Athabasca Glacier. Deze gletsjer ligt op de grens van de nationale parken Jasper en Banff. Vanuit het stadje Jasper (een goede uitvalsbasis voor Jasper National Park) rijden we over de Icefields Parkway, één van de mooiste panoramawegen van Noord-Amerika. Op dit vroege tijdstip hebben we de weg bijna voor onszelf. De zon is steeds beter te zien langs de flanken van de bergen en dat zorgt voor mooie uitzichten. Een geweldige weg om overheen te rijden!
Gletsjerwandeling op de Athabasca Glacier
Een halfuur voor het geplande vertrek ontmoeten we bij de parkeerplaats onderaan de Athabasca Glacier de gidsen van Icewalks. Zij hebben een kleine aanhanger vol schoenen en kleding bij en al snel wordt duidelijk waarom: de gidsen inventariseren van elke deelnemer de uitrusting en geven indien nodig spullen te leen. Zo krijg ik stevige bergschoenen, een extra jas en ijzers voor onder mijn schoenen mee. De voet van de gletsjer ligt op 2000 meter hoogte en wordt omgeven door prachtige bergtoppen, waarvan sommige besneeuwd zijn.
Met een kleine groep gaan we onder leiding van gids Andrew op pad. Er staat een route van 3 kilometer in 3 uur op de planning. Het eerste stukje lopen we over een bergpad. Rond 1985 (toen Icewalks met de wandelingen over de gletsjer begon) kwam de gletsjer helemaal tot aan de parkeerplaats, maar de afgelopen jaren is deze flink gekrompen. Andrew vertelt dat de gletsjer ieder jaar ongeveer 5 meter slinkt. We zien de snelle stromen water in de verte al van het ijs af lopen.
IJzers om en het ijs op
Aan de rand van de gletsjer zetten we de ijzers onder onze schoenen. Het is een soort elastieken net met ijzers eronder, dat je over je schoenen heen schuift. Ik had het niet verwacht, maar de grip van het ijzer op het ijs voelt prettig aan. Door de stevige grip is het niet moeilijk om over het ijs te lopen. Het gekraak van de ijzers op het ijs klinkt een beetje als de eerste voetstappen die je in verse sneeuw zet.
Van dichtbij valt pas goed op hoe steil de gletsjer omhoog loopt. We lopen in één lijn achter de gids aan, zodat hij precies kan aangeven waar het veilig is. Andrew doet dit werk al een aantal jaar en weet aan de hand van het geluid van zijn voetstappen op het ijs of er gevaar is of niet. Zo kunnen er ineens verborgen gaten zijn of kan er onder een laag ijs een rivier lopen. Je mag deze wandeling dan ook alleen onder begeleiding van een gids maken.
De Athabasca Glacier is een bulldozer van ijs
Tijdens enkele pauzes vertelt Andrew over de werking van de gletsjer. Het is eigenlijk een gigantische bulldozer; alles wat op zijn pad komt moet ervoor wijken. Dit kun je bijvoorbeeld zien aan de diepe groeven in de omringende bergwanden. Het ijs dat nu midden op de gletsjer ligt, lag zo’n 200 jaar geleden als sneeuw op de omringende bergtoppen! We lopen eigenlijk op een gigantische massa die continu in beweging is; een aparte gedachte. Het stuk waar wij op lopen (de Athabasca Glacier) is slechts een uitloper van het Columbia Icefield. De Athabasca gletsjer is ongeveer 6 km lang en beslaat zo’n 6 km2. Het totale Columbia Icefield is van noordwest naar zuidoost maar liefst 21 km breed: gigantisch groot dus!
De bovenste laag van de gletsjer lijkt wit, maar dit komt alleen door de lichtinval. Soms is het ijs bruin of zwart gekleurd, dit komt door neergedaald stof of door steentjes die van de berg zijn gerold en door de beweging van de gletsjer in het ijs zijn vermalen. De ‘echte’ kleur van het gletsjerijs is blauw. Hoe blauwer de kleur, hoe dieper de ijslaag is. Met zijn pikhouweel hakt Andrew een klein stukje van de bovenlaag weg om te laten zien wat hij bedoelt. Na een paar keer hakken komt er een diepblauwe kleur tevoorschijn. In totaal is deze gletsjer net zo dik als de Eiffeltoren hoog is!
In de verte zien we ineens een grote ijzeren paal uit het ijs steken. Deze is jaren geleden in het ijs gestoken om bij te kunnen houden hoe de gletsjer zich voortbeweegt. In het begin stond de paal rechtop, maar inmiddels helt deze flink naar voren. Het dringt nog eens goed door hoe snel de gletsjer aan het smelten is. Overigens zorgt het lopen op de gletsjer er volgens onze gids niet voor dat het geheel sneller smelt. De ijslaag die wij met onze ijzers raken, zou aan het eind van de dag sowieso als water van de gletsjer zijn afgestroomd.
Onderweg stoppen we bij één van de glasheldere riviertjes die over de gletsjer lopen. Met mijn handen maak ik een kommetje en drink ik van het water. Het is ontzettend koud, maar smaakt erg fris. Hoe verder we naar boven lopen, hoe grilliger de gletsjer wordt en hoe groter de hoogteverschillen tussen de stukken ijs. Er staat hier een koude, harde wind, dus schuilen we tussen een paar heuvels van ijs in. Deze wind schijnt er altijd te staan, dus ik ben blij met de extra jas die ik heb geleend. Nu we zo ver bovenop de gletsjer zijn, moeten we extra uitkijken voor grote gaten in het ijs. Bij één gat nemen we een kijkje. We mogen één voor één naar voren komen en – terwijl Andrew ons stevig bij de arm vasthoudt – over de rand in het gat kijken. Helemaal naar beneden kijken lukt niet (het gat is zo’n 100 meter diep) maar ik zie wel het gletsjerwater met grote snelheid in de diepte verdwijnen.
De coolste hike van West Canada
Het was voor mij de eerste keer dat ik over een gletsjer heb gewandeld en ik vond het een geweldige ervaring. Het is prachtig om midden op de gletsjer te staan, omringd door niets dan ijs en besneeuwde bergtoppen. De natuur voelt ontzettend machtig, een gevoel dat ik tijdens mijn rondreis door het westen van Canada regelmatig heb gehad. Er is overigens nog een andere manier om de Athabasca Glacier te zien. Er zijn namelijk ook bussen die langs een steile bergweg naar de bovenkant van de gletsjer rijden om mensen kort rond te laten kijken. Tijdens het wandelen zagen we deze bussen om het kwartier af en aan rijden, steeds weer vol met toeristen. Ik ben erg blij dat ikzelf voor deze kleinschalige manier heb gekozen om de gletsjer te leren kennen. Het is een van de gaafste wandelingen geworden die ik tot nu toe heb gemaakt!
Praktische informatie voor een hike op de Athabasca Glacier:
- De gletsjerwandelingen worden van juni tot en met september georganiseerd. Voor data, tijden en prijzen kun je het beste kijken op de website van Icewalks. Er zijn tours van een halve of hele dag.
- Het is belangrijk om (ruim) op tijd bij de gletsjer te zijn. Er is geen telefoonnummer dat je kunt bellen als je vertraging hebt en de gidsen wachten niet.
- Neem zelf in ieder geval een zonnebril, zonnebrandcrème en water mee. Kleed je warm aan en trek sowieso een lange broek aan in verband met de koude wind. Ter plaatse kun je wandelschoenen, ijzers voor onder je schoenen, handschoenen, een muts en een warme jas lenen.
- Deze excursie past goed in een rondreis door West Canada. Je moet dan wel een extra overnachting in de buurt van de Athabasca Glacier inplannen, bijvoorbeeld in het plaatsje Jasper.