‘Let op, op uw route bevinden zich onverharde wegen.’ Een zinnetje dat de navigatie niet vaak uitspreekt. Ik druk maar op akkoord. We zien het wel. Linksaf draaien we door een openstaande slagboom een zandweg met wat kiezelstenen op. Een half uur lang rijden we met een gangetje van vijftig rechtdoor. Omringd door een eindeloos bos. En komen helemaal niemand tegen. Zweeds Lapland saai? Allerminst, maar je moet wel van bos en water houden.
Zweeds Lapland met de huurauto
Bij uitstek leent Zweeds Lapland zich voor een rondreis. Het is zo heerlijk rustig rijden. Als je geen drie weken tot je beschikking hebt is een flydrive een goed alternatief. In de zomer zijn er wekelijks vluchten naar Skellefteå en het Finse Rovaniemi. Eventueel via een overstap op Stockholm. Zeker de helft van de auto’s op de parkeerplaats van het gemoedelijke vliegveldje van Skellefteå zijn huurauto’s. Het is een mooi startpunt voor een roadtrip. Zweeds Lapland is prima geschikt voor een rondreis met het gezin. Ook voor de wat meer avontuurlijke en sportieve activiteiten zijn er mogelijkheden genoeg.
1. Mountainbiken in Isälvsleden
Bijna 70% van de oppervlakte van Zweden is bedekt met bos. Andreas is er dol op. De reden waarom hij met zijn gezin vanuit Umeå, de grootste stad van Zweeds Lapland, is verhuisd naar het dorpse Vindeln. Vanochtend gaan we een deel van de Isälvsleden trail dat dwars door het Ekopark Skatan slingert bedwingen. Volgens Andreas het mooiste deel van de in totaal 60 kilometer lange trail tussen Vindeln en Åmsele. Hij blijkt gelijk te hebben. Het is een prachtige route met pittige klimmetjes over een smal langwerpig schiereilandje ingeklemd tussen twee meren.
Ogenschijnlijk lijkt het spoor dood te lopen nadat we op het einde van het strookje land aankomen. Vanaf de overzijde zie ik een roeibootje met daarin twee personen naderen. En twee fietsen. Aan onze zijde tussen de keien in het water ontwaar ik ook een roeibootje. Twee bootjes aan één kant. ‘En nu?’, vraag ik Andreas. ‘Fietsen uitladen en nog een keer op en neer’, zegt hij lachend terwijl hij kopje koffie uit een thermoskan tapt. Tijd voor een fika, het Zweedse momentje van bezinning met een drankje en een versnapering.
2. Wild water raften met een nat pak gegarandeerd
Nagenoeg ieder meer dat we passeren is omringd door bossen en glinstert in het zonnetje. Tegen een felblauwe hemel is het spiegelende en rimpelloze wateroppervlak telkens weer een prachtig gezicht. Duizenden meren telt Zweden. En honderden rivieren, waarvan een aantal door interessante stroomversnellingen bij uitstek geschikt zijn voor rafting. Zoals de rivier Vindelälven bij Forsknäckarna. Patrick is een boom van een kerel. Het wordt zo dadelijk alweer zijn honderdste tochtje van het korte zomerseizoen. Eén ding is zeker verklapt hij alvast; een nat pak is niet te voorkomen.
Ondanks de aangename buitentemperatuur is het rivierwater ijskoud. Een wetsuit is geen overbodige luxe. Het is namelijk ook niet vanzelfsprekend dat iedereen aan boord van de gele rubberboot blijft. Of überhaupt dat de boot blijft drijven. We hebben een traject van zeven kilometer met drie rapids voor de boeg. De boot wordt al gegrepen door de stroming. Golven klotsen tegen de rand aan. De bemanning zet zich schrap. Drie hoge golven spoelen achter elkaar de boot in. Opgelucht peddelen we de stroomversnelling uit. De eerste beproeving hebben we ternauwernood doorstaan.
Een paar honderd meter verderop wacht een categorie drie. Weer worden we getrakteerd op een flinke douche. Maar geen man overboord. We drijven verder, met een categorie één vlak voor de eindstreep. Kletsnat meren we aan. De Vindelälven is bedwongen.
3. Suppen op de Vindelälven in Zweeds Lapland
Alhoewel bedwongen is de nog niet klaar met mij. De rustige stukjes van diezelfde Vindelälven lenen zich prima voor een activiteit waar veel minder adrenaline bij komt kijken. Tenminste, als je geen evenwichtsstoornis hebt en kunt zwemmen. Suppen wint in Zweden aan populariteit. Donald is al jaren geleden begonnen met het aanbieden van tours.
Staand op een surfplank in een wetsuit de rivier af peddelen. Met als doel je evenwicht te houden en te genieten van de omgeving. Als het eerste moeizaam gaat lukt het tweede al helemaal niet merk ik. Wankelend een dramatische val in het steenkoude water vermijdend probeer ik Donald te volgen, die rotsvast op zijn plank staat. Bijna gaat het mis. Met wat geluk blijf ik nog net op het bord en ga er maar bij zitten. Veel makkelijker. Ontspannen geniet ik van de omgeving en blijf ik het spoor van Donald. Het is heerlijk op het water in het zonnetje. Alhoewel deze keer de Vindelälven bijna had gewonnen.
4. Husky tocht op wielen
Leuk dat suppen, maar de winter is hét seizoen voor Donald. In de kwart eeuw dat hij in dit gebied woont heeft hij het klimaat zien veranderen. De eerste sneeuw valt tegenwoordig zeker anderhalve maand later dan voorheen waardoor het winterseizoen steeds korter wordt. Zijn honden vinden dat maar niks. Die willen door de sneeuw rennen, ploeteren en zwoegen bij ijzige temperaturen. Naar Zweedse begrippen heeft Donald een redelijk grote kennel met Siberische husky’s. De honden zitten met tweetallen in nette hokken. We zetten ons schrap als een paar deurtjes open gaan. De eerste husky’s komen eraan gestormd. Vanuit alle hoeken komen ze tevoorschijn. Ze zijn door het dolle heen. Gek op aandacht, aaien, knuffelen en spelen.
Het enthousiasme neemt alleen maar toe als Donald aanstalten maakt om de zomerslee te prepareren. Gezien de temperatuur van net vijftien graden moet een kort rondje mogelijk zijn. De acht gelukkige honden stellen zich op en worden vastgesnoerd op hun positie. Zodra het hek zich opent komen de beesten in beweging. Door naaldbossen en grasvlakten trekken ze zeker met een snelheid van vijftien kilometer per uur de slee voort. Het is een mooi alternatief voor winterse sledetocht. Dat het nog te warm voor de beestjes is blijkt wel als we terug zijn. Hijgend met de tong op de poten springen ze in de badkuipen ter verkoeling. Over een maandje of twee valt de eerste sneeuw. Ze moeten nog even geduld hebben.
5. Paardrijden door de bossen van Zweeds Lapland
Ook dol op kou en sneeuw zijn de kudde IJslandse paarden van Floriane. Die zijn wel wat gewend in hun thuisland, maar in Lapland kan het ook flink koud worden. Ze hebben een wei met een omvang van minstens vier voetbalvelden tot hun beschikking. In de winter banjeren ze door een laag sneeuw, nu dartelen ze rond op een groen grasveld met madeliefjes. De Zweedse bossen lenen zich uitstekend voor een ritje te paard. Floriane, van oorsprong een Française die na omzwervingen in IJsland en Finland uiteindelijk in het gehuchtje Svansele terecht kwam, kiest het meest makke paard uit. Het beest luistert naar de naam Skutte.
Floriane is gek van paarden en verzorgt met haar Horses of Taiga allerhande tochten op de statige dieren. Kennismaken, borstelen en opzadelen. In een stevige wandelpas kiest Skutte een bospad dat naar oneindigheid lijkt te leiden. Verdwalen moet hier vrij simpel zijn. En zoals overal, we komen helemaal niemand tegen. Gelukkig weet Skutte de weg.