Woelend en draaiend lig ik in bed. De slaap kan ik na een lange vlucht naar Costa Rica in combinatie met acht uur tijdsverschil maar moeilijk vatten. Iets na tweeën nog maar. Weer draai ik me om. Dan klinkt ineens een harde knal buiten, alsof tien kanonnen tegelijk worden afgeschoten. Klaar wakker zit ik rechtop in bed.
Niks aan de hand
Business as usual. Geen schietpartij of gasexplosie, maar een ordinaire vulkaanuitbarsting in Costa Rica. Gids Alberto vertelt het de volgende ochtend achteloos en haalt zijn schouders op. Vulkaan Turrialba moest weer wat stoom afblazen en heeft zich ontdaan van wat as en gesteente. De vulkaan ligt 60 kilometer verderop. ‘Dit gebeurt regelmatig’, vertelt Alberto. Geregeld is de krater afgesloten voor het publiek door de toegenomen activiteit van de onrustige Turrialba. Af en toe komt ie weer tot leven.
Vulkanen van Costa Rica
Ze zijn onafscheidelijk. Meer dan honderd vulkanen telt Costa Rica, waarvan er een vijftal actief zijn. En eentje nu dus heel actief. Vanaf San Jose, dat al op een hoogte van circa 1.100 meter ligt, is het een aardige klim door diverse kleine dorpjes naar de krater van één van de dichtstbijzijnde vulkanen, de Poáz. In 2017 bromde en spuugde Poáz voor het laatst behoorlijk. Na die uitbarsting werd de omgeving meer dan een jaar afgesloten. Ratelend verslindt de motor van het kleine witte busje de hoogtemeters. Prompt trapt de chauffeur op de rem en wijst naar de hoogspanningskabels langs de weg. Op zijn gemakje verplaatst een luiaard zich al hangend aan de dikke zwarte kabel. Het harige beest met zijn vriendelijke kop doet zijn naam eer aan. Centimeter na centimeter beweegt het zich voort.
Heel vaak is de krater van Poáz in nevel gehuld. Vooral in het regenseizoen. Teleurstelling kan overheersen wanneer je na een korte wandeling op 2.500 meter hoogte in een pak wolken loopt. Ik heb geluk. Duidelijk zichtbaar is de krater mét vloeibare substantie. Bijna buitenaards oogt het landschap. Nog geen oogwenk later drijven wolken weer over de krater heen en ontnemen het zicht. Alsof we eventjes mochten kijken. Bij de Botos lagune, op korte afstand van de krater, is geen wolkje aan de lucht. De lagune is feitelijk een tweede krater volledig gevuld met regenwater.
Midden in de natuur van Costa Rica
Honderd procent vochtigheidsgraad. Altijd is het nat in het nevelwoud. Deze tegenhanger van het tropisch regenwoud ligt op een hoogte van gemiddeld 1.500 meter en bevindt zich daarmee letterlijk in de wolken. Villa Blanca is een zelfvoorzienende ecolodge. Vluchtig voorbij drijvende wolkenvelden maken de wereld soms erg klein. Vanaf het asfalt is het een kilometer of acht hobbelen over met keien bedekte zandweg met iets te veel kuilen. Net voor de duisternis invalt kom ik aan na een vermoeiende reis. Dit is echt midden in de natuur. Panoramisch schijnt het uitzicht te zijn, op een heldere dag reikend tot de zeventig kilometer verderop gelegen vulkaan Arenal. Dat moet wel een bijzondere zonsopgang worden morgenochtend.
Kwart over vijf ’s ochtends gaat de wekker. Nog een kwartier tot dat de ronde bol aan de horizon verschijnt. Rond de evenaar is het altijd vroeg licht. In een ruk trek ik de gordijnen open. Nog donker. In een tijdsbestek van enkele minuten gaat duisternis over in daglicht. Een dik pak wolken hangt om het uitzichtpunt heen en is niet van plan de zon enige speelruimte te geven. Hoog vanuit de bomen klinkt een melodie die om de paar seconden wordt herhaald. Een kleurrijke toekan zit verscholen op een veilige tak de omgeving te bestuderen. Met het blote oog is het beestje helaas bijna niet te zien. Dit maakt vroeg opstaan toch nog de moeite waard.
Dwars door het nevelwoud
Esteban stapt zelfverzekerd als eerste de Helecho trail op. Hij heeft dit pad al honderden keren gelopen, maar het blijft zijn favoriet. Iets meer dan een halve kilometer door het dichte nevelwoud. Eens per week gaan hij en een maat erop uit, gewapend met scherpe machetes om de wildgroei in te dammen. Door de vochtige omstandigheden groeit de flora namelijk als kool. Kenmerkend aan het nevelwoud is dat nagenoeg op en aan iedere boom weer planten groeien. Alhoewel het niet eens regent, zie ik waterdruppels op de bladeren van een varen vallen. Eigenlijk lopen we weer gewoon door de wolken. Overal om me heen wemelt het van het leven. Ritselende takken, gekakel en gekrijs. Een klein deel van de veroorzakers is maar zichtbaar. Vlinders, kevers, kikkertjes en een brulaapje. ‘Wacht maar tot na zonsondergang, dan komt het nevelwoud pas echt tot leven’, verzekert Esteban me.
Zenuwslopend
Met een minuscuul zaklampje waar een enorme lichtbundel uitkomt volgen we Esteban wederom het nevelwoud in. Het is hier zo donker dat je letterlijk geen hand voor ogen ziet. Een klein beetje beangstigend zelfs. Een concert van geluiden om me heen. Ik blijf stokstijf staan. Vlak langs mijn gezicht maakt een vleermuis op hoge snelheid een zweefduik. Esteban lacht erom. Dan blijft hij staan en wijst naar de stam van een boom, waarin meerdere holletjes zitten. Eentje is bewoond. Een zwart met oranje getinte tarantula wacht in de aanvalshouding op een voorbijkomende prooi. Met een stokje lokt Estoban de jager uit zijn onderkomen. Nu is pas zichtbaar hoe groot deze spin eigenlijk is.
Even verderop stuiten we nog op een kleine ringslang. Een duizendpoot, wandelende tak en vele krekels komen we nog tegen. Net voordat we weer de bewoonde wereld instappen ziet Estoban met zijn arendsoog één van de meest kenmerkende bewoners van Costa Rica. Groen lijfje, lichtblauw tinten en oranje ogen. De roodoogmakikikker is een bontgekleurd kikkertje. Voldaan draai ik het zaklampje uit en laat de donkere, wondere wolkenwereld tevreden achter me.
Dit artikel bevat affiliate links. Dit betekent dat wij een kleine vergoeding ontvangen wanneer jij via deze link een aankoop doet. Dit kost jou niets extra’s, maar je steunt onze website er wel mee. Lees ook onze disclaimer.