Hevig gebonk op de stevige houten deur verstoord mijn nachtrust op wrede wijze. ‘It’s time to get up’, roept een luide stem vanuit de duisternis. De rode wekkerradio geeft in hoekige rode cijfers de tijd aan; 3.00 uur. Tijd om op te staan. Het hemelbed kraakt na mijn sprong op de grond. De bruine plavuizen voelen koud aan. Nog wat slaperig zoek ik de benodigdheden voor het aanstaande avontuur bij elkaar. Vandaag aanschouwen we de zonsopgang bij vulkaan Bromo.
Bromo is één van vijf vulkanen die onderdeel uitmaken van het Bromo Tengger Semeru National Park. De vulkanen staan te midden van de Tenggerzandzee, een uitgestrekte zandvlakte op het Indonesische eiland Java. Bromo is met haar 2.400 meter niet de hoogste, maar wel de meest toegankelijke en daardoor de meest bekende vulkaan. Ook is Bromo nogal onrustig, met meerdere uitbarstingen in de afgelopen tien jaar.
Frisjes
Het voelt ongewoon frisjes aan in buitenlucht. Na een week door Java te hebben gereisd raak je gewend aan klamme nachten waarin het kwik rond de 25 graden blijft schommelen. Nu is het met zo’n tien graden eigenlijk best aangenaam. Voor ons hostel staat de chauffeur, getooid met een wollen muts, ongeduldig te wachten bij zijn groene terreinwagen, waarvan de motor een zwaar ronkend geluid maakt. Gisteravond zijn we in de duisternis aangekomen, na Malang aan het eind van de middag te hebben verlaten. De rit over smalle wegen door tientallen dorpen, laverend tussen de bromfietsen en scooters nam een afstand 80 kilometer meer dan drie uur in beslag. Slow travel op Java.
Filerijden naar Bromo
Samen met de chauffeur en de gids, die zich in het Engels als Frans voorstelt, rijden we over de hobbelige weg richting Cemoro Lawang, het dorp dat de toegangspoort tot het park vormt en vanuit waar Mount Bromo duidelijk zichtbaar is. Eigenlijk wilden we daar slapen, echter bleek alles volgeboekt te zijn. Nu is duidelijk waarom; de zaterdagnacht is het meest populaire moment in de week voor binnenlandse toeristen om de vulkaan te bezoeken. Al snel komen we tot stilstand en sluiten we achter aan bij een eindeloze rij van terreinwagens. De ronde koplampen van de wagens in de file verlichten het halve dorp. Door de berm schieten snorfietsers langs de file in een poging de rij wachtenden te omzeilen. De passagiers achterop houden zich klampachtig vast aan beugels achterop de machine. De flessenhals blijkt het ticket office te zijn. Voor buitenlanders ligt de entreeprijs, omgerekend zo’n 20 euro, tien keer hoger dan voor Indonesiërs.
Op zoek naar het beste plekje
Bezorgd kijkt Frans door de kleine raampjes naar buiten, terwijl de chauffeur behendig zijn voertuig manoeuvreert over de slingerende weg. Rijen auto’s staan al langs weerszijden van de toch al smalle asfaltweg geparkeerd. Het is al erg druk op het eerste uitkijkpunt, de top van Mount Penanjakan, ondanks dat het nog geen 4.00 uur is. Dit is één van de plekken waar je prachtig uitzicht op Bromo hebt. Dat weet iedereen. Frans maant de chauffeur wat verder door te rijden op te zoek naar een wat minder drukke plek. Na een kwartier stapvoets verder te zijn gereden besluiten beide mannen dat deze missie niet zal slagen en wordt de 4×4 vakkundig in de rij geparkeerd.
Het volgen van de stroom dik ingepakte Indonesiërs maakt het niet moeilijk om het uitzichtpunt in het donker te vinden. Tientallen mensen staan al ongeduldig te wachten achter het hek. De beste plaatsen zijn al vergeven. Door het struikgewas verlaten we onder het schijnsel van een zaklamp de gebaande paden, op zoek naar dat ene rustige plekje.
Bromo is buitenaards
Fascinerend is het uitzicht. Her en der in de vallei zijn lichtjes zichtbaar, tegen een heldere hemel met smalle strook oranje gele gloed. Bergtoppen zijn gehuld in nevel. We komen uit op een plekje waar nog geen tien mensen staan die in alle stilte genieten van het fenomeen. Met de minuut wordt het lichter, de eerste zonnestralen prikken door net boven de horizon uit en zoeken hun weg naar de aarde. Ook Bromo oogt mysterieus in een veld van nevel.
Druk wordt er vanuit alle hoeken gefotografeerd. Selfiesticks hangen onafgebroken in de lucht om breed lachende gezichten verschuild onder dikke mutsen vast te leggen. De zon is inmiddels op waarmee de temperatuur meerdere graden omhoog schiet. Langzamerhand is de massale terugkeer naar het wagenpark begonnen om richting het tweede onderdeel van deze ochtend te gaan; de daadwerkelijke beklimming van de vulkaan. Ook de afdaling is filerijden.
Halverwege de afdaling stelt Frans voor nog even te stoppen bij een heuvel om vanaf daar een ander perspectief van de omgeving te krijgen. Daarvoor moet een pittige klim door mul zand worden gemaakt. Een bruidspaar met hun gevolg komt net naar beneden gegleden. Haar voorheen spierwitte jurk heeft een iets donkere tint gekregen. Dat moeten wel bijzondere bruidsfoto’s zijn. Een wijds uitzicht over het gebied is de beloning van de beklimming. In de vallei is het konvooi van voertuigen zichtbaar, die zich als mieren langs de molshoop verplaatsen.
Woestijn
Moeiteloos baant de terreinwagen zich een weg door het zand over het spoor dat is ingesleten. De bromfietsen, die geen goede grip op de ondergrond krijgen, hebben meer moeite met het terrein en vervolgen op gepaste snelheid hun weg naar de voet van Bromo. De omgeving doet niets onder voor een woestijn; zand zover het oog reikt, een strakblauwe hemel en een inmiddels brandende zon. Mannen op paarden, hun gelaat afgeschermd met doeken, maken het plaatje compleet.
Acht rijen dik over een afstand van zo’n 200 meter staan de terreinwagens al geparkeerd als we aansluiten. Ook hier zijn we niet alleen. In de verte is de hindoeïstische tempel te zien, geflankeerd door Bromo. Een klein rookwolkje dwarrelt boven de krater uit. Zo onschuldig als het lijkt is het feitelijk niet. Het is een actieve vulkaan, die in 2004 nog tot uitbarsting is gekomen, met twee slachtoffers. In 2011 bleef het beperkt tot het spuwen van aswolken, hetgeen destijds het vliegverkeer ernstig ontregelde. Vandaag komt er zo te zien slechts een karig rookwolkje uit de krater tevoorschijn.
Beklimming door stofwolken
De wandeling tot de top neemt ongeveer drie kwartier tot een uur in beslag. Een deel kan ook per paard kan worden afgelegd. Het stoffige zand dwarrelt op als een ruiter langszij komt om zijn diensten aan te bieden. Stof blijkt ook meteen het enige onaangename van de gehele wandeling te zijn. Mondkapjes behoren op deze plek tot de standaarduitrusting. Iets na de tempel begint het eerste deel van de klim door het zand, waarbij stofwolken het zicht belemmeren en de omstandigheden vermoeilijken. Het is lange en bochtige klim. Onderweg passeren we zichtbaar ongetrainde mensen, die al proestend en badend in het zweet, grote moeite hebben met de tocht. De trap, die je naar de daadwerkelijke krater leidt, komt steeds dichterbij. Na een stoffig halfuurtje zien we een rij mensen die staan te wachten om de trap te kunnen bestijgen. Al schuifelend komen de laatste treden voor de top in zicht. Het is er volgepakt, meer dan een mensenmassa is nog niet te zien.
Hoogtepunt op Mount Bromo
Eenmaal door de massa heen wurmend is het uitzicht fantastisch. Vanuit de diepe krater stijgt een rookwolk omhoog. Met de rug naar de krater gekeerd zijn de tempel, de parkeerplaats en vele ploeterende mensen die nog met de beproeving zijn te zien, omringd door wolken van stof. Hoe verder van de trap, des vrediger het wordt. Lopend op de smalle kraterrand, steeds verder van het gros van de toeristen verwijderd, neemt de pracht van de omgeving en de plek verder toe. Het wordt stil en rustig. Mount Bromo is hiermee eindelijk het zowel letterlijk als figuurlijk gehoopte hoogtepunt.