Ooit was Palmyra de ‘bruid van de woestijn’. Een pleisterplaats voor vermoeide reizigers en handelaars. Deze stad versloeg de tand des tijds en fungeerde eeuwenlang als een bloeiend centrum in de dorre omgeving. Ook toen de stad zelf eenmaal verlaten was, bleven de ruïnes bezoekers trekken. Tot de burgeroorlog in Syrië, want daar ligt Palmyra, het land in puin legde. En de ruïnes. Dat wat zo lang had voortbestaan, werd in luttele seconden verwoest door terroristen.
Ondraaglijk haast, te bedenken dat Palmyra een van de best bewaarde Romeinse steden was wereldwijd. De grote Tempel van Bel stond nog fier overeind en de zuilengalerij van meer dan een kilometer lang moet zoveel historie geademd hebben, dat het haast niet te bevatten is. Maar daar hadden de bezetters van Palmyra geen boodschap aan, en net als met zo veel andere historische artefacten, werd de ziel harteloos uit Palmyra gebombardeerd. Oftewel, weg historie. Of niet?
Op weg naar Palmyra in Syrië
Eindeloos zijn de vlaktes waar we over rijden. Gele stenen, rotsachtige vlaktes, en vooral ongelofelijk veel stof. We zijn net de hoofdweg tussen Homs en Damascus afgeslagen richting het oosten. We rijden weer, want daarvoor moesten we stoppen bij het laatste grote checkpoint om onze vergunning definitief te maken.
Zoals bij zoveel checkpoints, zaten ook hier soldaten van verschillende legers, die gemoedelijk met elkaar mate aan het drinken waren, het van oorsprong Argentijnse drankje dat ik zelden zoveel gezien heb als hier in Syrië. We krijgen ook mate aangeboden, maar slaan deze vriendelijk af. De kolonel die hier de baas is, verzamelt foto’s met toeristen die een permit krijgen, dus dat obligate plaatje en vriendelijke praatje hebben we net al gemaakt.
Dus we gaan door. Want Palmyra ligt bij de meeste toeristen die Syrië nu bezoeken, en dat is slechts een handjevol, vaak nog niet op de route. Het kost je zo een dag om Palmyra te bezoeken, want het is echt een flink stuk omrijden door een gebied dat je wellicht als semi-stabiel zou kunnen omschrijven. Er gebeurt nu weinig, maar in de nacht wil je er ook niet zijn, vertelt mijn gids.
Dus rijden we door, door de eindeloze rotsige vlaktes, met die eeuwige stofwolk achter onze auto aan. De meest recente Egyptische hits op vol volume, ramen open en cedar-sigaretten rokend. Op weg naar wat ooit de Palmenstad in de woestijn was.
Lees hier onze perfecte reisroute door Syrië in 8 dagen – inclusief Palmyra!
De entree naar deze ooit zo mooie stad
Wanneer de rotsvlakten plaatsmaken voor bebouwing wordt je weer met je neus op de feiten gedrukt. In Damascus en in de auto, al rijdend door de uitgestrekte landschappen met een heerlijke koffie – want die is prima verkrijgbaar langs de weg – is het soms makkelijk om te vergeten wat de staat van het land is. Maar in Palmyra kan dat niet.
Vele UNHCR-doeken wapperen ons tegemoet, en op een handjevol inwoners na, zijn het voornamelijk militairen die de dienst uitmaken. De gebouwen van het plaatsje dat ooit de toegangspoort vormde tot de grootste toeristische attractie van de regio – denk aan Petra in Jordanië – staan leeg. Ramen en deuren zijn dichtgetimmerd, kogelgaten zijn zichtbaar in de muren die nog overeind staan en her en der zit iemand langs de rand van de weg. Als we stoppen, stapt een militair in die ons moet begeleiden naar de ingang van de échte stad waarvoor we zijn gekomen.
Een museum zonder gezichten
Maar niet voordat we ons gemeld hebben bij het museum, waar weer wat papierwerk wordt gedaan en je een rondje kunt lopen tussen wat ook ooit een immense verzameling van archeologische schatten was. Nu herinneren alle lege plekken aan de muur vooral aan wat er verloren is gegaan. Van wat er nog staat, zijn de gezichten van de beeltenissen afgeslagen in de periodes dat IS Palmyra in handen had. Ondanks de pogingen van de archeoloog en museumdirecteur die tot het allerlaatste moment is gebleven om deze wereldgeschiedenis te beschermen, iets wat hij met de dood heeft moeten bekopen.
Dan is het daarna echter toch echt tijd om Palmyra te betreden. De stad van meer dan 2000 jaar oud met invloeden van ontelbaar veel beschavingen. Waar je nog echt kon zien hoe zo’n stad in het verleden functioneerde, waar tienduizenden toeristen jaarlijks kwamen en vele Syriërs hun brood verdienden. En waar we nu alleen blijken te zijn.
Een bezoek aan Palmyra in Syrië
Er is niemand anders, behalve mijn gids en ikzelf. We zijn er iets voor het middaguur, maar de verzengende hitte begint al toe te slaan. Temidden van de ruïnes, of de ruïnes van de ruïnes, is er geen beschutting te vinden. Van de groene oase, zoals Palmyra vroeger ook werd aangeduid, is weinig over. De palmen waar de stad om bekend stond, zijn ver te zoeken.
Maar wat er wel is zijn stenen, restanten van gebouwen. Ongelofelijk veel. Palmyra is echt enorm, dat is haast niet te bevatten. Mijn gids gaat me voor en zodra we langs en onder enkele pilaren door zijn gelopen, staan we opeens op het grote plein waar ooit de Tempel van Bel stond. Deze tempel (echte naam: Baal Shamin) was gewijd aan de Fenicische god van de regen en een van de grootste bezienswaardigheden in Palmyra.
Tijdens de tweede bezetting van Palmyra door IS is deze fantastisch bewaard gebleven tempel opgeblazen, samen met nog vele andere kenmerkende bouwwerken die tot dan zo goed de weerbarstige tijdens hadden kunnen doorstaan. Wat nu nog rest is een indrukwekkende toegangspoort tot een grote stapel puin.
Mijn gids gaat me voor de poort in, waar we een trap omhoog kunnen klimmen. Dat delen zijn weggeslagen lijkt hem weinig te deren, mijn hoogtevrees deert dat echter wel. Desalniettemin bereiken we de top en vanaf daar is er een fenomenaal uitzicht over de gehele stad Palmyra te zien.
Ver buiten de stad tekenen zich toch nog een aantal palmen af, die een vage herinnering vormen aan hoe bloeiend de stad had kunnen zijn. Het enige wat je verder hoort is het zachte ruisen van de wind en het tsjirpen van de krekels in de stoffige droogte, en verder is er helemaal niks of niemand te bekennen.
Dwalen door een geruïneerd verleden
De stenen weerkaatsen het felle zonlicht als geen ander en de ruïnes doen dan ook goed dienst als bakoven. We dalen weer af en lopen richting de zuilengalerij, iets wat ooit hét hoogtepunt van Palmyra was. En eerlijk gezegd, het is nog steeds indrukwekkend mooi en lang. De rijkheid aan details is nog steeds wonderschoon en je kunt je nog steeds inbeelden hoe dit ooit echt een majestueuze plek geweest moet zijn. De triomfboog die de ingang tot de zuilengalerij inluidde is echter ook ten prooi gevallen aan de allesverwoestende razernij van de terroristen. Wat rest zijn wederom stapels brokstukken, waar her en der de rijke versiering nog goed op terug te zien is.
Mijn gids is achter in de twintig en geeft aan nooit het oude Palmyra, van voor de vernietiging, bezocht te hebben. Hij vertelt hoe hij wel eens andere gidsen ziet rondlopen, met foto’s van hoe het was voor IS Palmyra voor de tweede keer bezette, om aan toeristen te laten zien hoe het ooit was en wat er nu nog van over is. Hij doet dat bewust niet, want dit is nou eenmaal het Palmyra zoals hij het nu kent, en het Palmyra dat gewoon alsnog een van zijn favoriete plekken in het land is.
De woede is echter zichtbaar wanneer hij erover spreekt en hij steekt nog maar een cedar op. De leegheid van de omgeving draagt bij aan een haast unheimisch gevoel. Deze enorme, lege spookstad had nooit zo stil mogen worden als dat het nu is.
Brute theatraliteit
Dat wordt misschien nog wel het meest bevestigd door het amfitheater, welke halverwege de zuilengalerij gelegen is. De symboliek van deze locatie was IS niet ontgaan. Zo trots als ze waren dat ze dit hadden ver- en heroverd op het regime, zo vernietigend gingen ze ermee om. Het amfitheater was één van die gebouwen die eeuwenlang in goede staat was blijven verkeren. Nu is een deel van het theater vernietigd, niet eens volledig door IS zelf maar ook door inslagen tijdens de bevrijding.
De verzengende hitte staat in schril contrast met de ijzingwekkende stilte die hier heerst en het kippenvel loopt je over de armen wanneer je je realiseert hoe dit theater ten tijde van de bezetting is ingezet. En dat terwijl een gemiddelde Romeinse opgraving in z’n nopjes zou mogen zijn met een amfitheater in dezelfde staat als waarin deze verkeert.
De pijn van een bezoek aan Palmyra
En dat maakt een bezoek aan Palmyra ook zo’n absurde, dan wel ongemakkelijke ervaring. Want ik geef mijn gids volledig gelijk, Palmyra is nog steeds prachtig en indrukwekkend. De immense omvang van de stad, de rijk versierde zuilen die nog steeds zichtbaar zijn, de lange promenade en het geweldige theater.
Het is moeilijk te aanschouwen omdat je weet dat het ook zo anders had kunnen zijn. De recente vernielingen waren zo ongelooflijk wreed en doelloos, dat dat hetgeen is dat steekt. Bij gratie van wat je weet wat je mist, verliest Palmyra een deel van haar glans. Het ligt niet aan wat er nog is. Dat is in zichzelf namelijk nog steeds een bezoek waard.
Opgewekt vertelt men in het museum van Palmyra verteld over hoe, nu het museum weer open is en toeristen weer welkom zijn, de oude stad weer een trekpleister zal worden. Voor toeristen en historici. Maar gezien de zwaarbeveiligde omgeving, de militaire basis nabij, de instabiele situatie in het land en vooral de ultieme leegte die je in Palmyra ervaart, doet het je afvragen of Palmyra nu niet voor altijd gedoemd is een schim van haar bruisende verleden te zijn.
Praktische tips voor je bezoek aan Palmyra
Palmyra kan ja alleen bezoeken onder begeleiding van een gids en met de juiste vergunning. Bovendien zal je in Palmyra deels begeleid worden door militairen, al lieten ze ons in de oude stad zelf gewoon zelf ons gang gaan.
De relatief afgelegen locatie maakt dat Palmyra vrijwel altijd een dag extra de tijd kost om te bezoeken, dus als je weinig tijd hebt, kan dat een uitdaging zijn. Desalniettemin is het in mijn optiek zeer de moeite waard om Palmyra te bezoeken.
In Palmyra wordt je namelijk weer keihard met je neus op de feiten gedrukt. De militaire basis is nog dichtbij en de sporen van de oorlog zijn extreem goed zichtbaar. Bovendien laat het in een handomdraai zien wat een extreme gevolgen van de oorlog zijn: vanuit menselijk, cultureel en economisch perspectief. De oorlog met al haar verschrikkingen wordt hier nog eens in een andere vorm zichtbaar.
Mocht het je niet lukken om Palmyra aan de rondreis toe te voegen, dan is het de moeite waard om in Damascus naar het Nationaal Museum te gaan. In een kelder worden daar kunstschatten uit Palmyra veilig bewaakt, gered van de brute vernielingskracht van IS. Volledig uit z’n verband natuurlijk, maar wel veilig en compleet. Alleen daarom al zeer de moeite waard.
Meer informatie nodig? Lees dan hier al onze tips voor een reis naar Syrië.