Argwanend kijk ik nog een keer over mijn schouder. Voor dit uitstapje naar Transsylvanië heb ik speciaal een coltrui aangeschaft. Zaklamp in de aanslag. Teentje knoflook in de broekzak. Veiligheid voor alles. Plotseling fladdert er iets langs mee. Ik zie nog net twee spitse oortjes in het donker verdwijnen. Voel ik daar ik nu iets in mijn nek?
Zo angstaanjagend is een uitstapje naar Transsylvanië ook weer niet. Bij het toch best wel beangstigend klinkende Transsylvanië denk je aan diepe wouden met huilende bomen te midden van een ondoordringbaar bergachtig landschap. En de woonplaats van die beroemde vampier natuurlijk. Niets is minder waar. Alhoewel er wolven en beren voorkomen, is Transsylvanië bovenal een prachtig bosrijke regio.
Dracula thuis in Transsylvanië
Dracula heeft Transsylvanië op de kaart gezet. Of liever Bram Stoker, die op basis van historische gegevens Transsylvanië als woon- en leefomgeving voor de vampier in zijn beroemde boek heeft gekozen. Deze Roemeense provincie ligt zo’n 200 kilometer ten noorden van hoofdstad Boekarest, te midden van de Karpaten. Letterlijk vertaalt betekent de naam tussen de wouden. Vanaf Boekarest zijn de hoogtepunten van Transsylvanië in een dag te bezoeken. Wel een lange dag overigens, beter is het om minstens twee dagen uit te trekken om het gebied te verkennen.
Sprookjesachtig kasteel Peleș
Vol zelfvertrouwen leunt Carol I op zijn stok. Borst vooruit, bronzen jasje keurig in de plooi. Hij is in goed gezelschap, omringd door allerlei vrouwelijke beelden poserend in de meest uiteenlopende houdingen. Gezamenlijk vormen ze de beeldentuin voor het fraaie kasteel Peleș, de voormalige zomerresidentie van de koninklijke familie, nabij het stadje Sinaia. Destijds, het kasteel is in 1875 gebouwd, was het was een bijzonder innovatief bouwwerk met onder meer centrale verwarming en elektriciteit. Het interieur, dat wordt gedomineerd door een donkerbruin houtsnijwerk, is met recht bijzonder. Ook indrukwekkend is de uitgebreide wapencollectie van Carol die is tentoongesteld. Helaas kun je kunt alleen onder begeleiding van een gids dit prachtige kasteel van binnen bezichtigen.
Kasteel van Dracula in Transsylvanië
Het lijkt wel een kruising tussen een kermis en een braderie. Plastic tanden en vampiermokken. Een spookhuis. Overal kraampjes en stalletjes. Alleen het reuzenrad ontbreekt nog. Dracula is big business in het stadje Bran. Je moet door de mensenmassa en langs een hoop prullaria heen worstelen om bij de voet van de klim naar het kasteel te komen, dat op een klif verscholen tussen de bomen is gelegen. Zo’n 60 kamers telt het kasteel. Op straat wordt graaf Dracula commercieel uitgebuit, in het kasteel zie je weinig van hem terug. De inrichting is vrij sober, met enkele gemeubileerde kamers. Vanaf de bovenste etage van het kasteel heb je een mooi uitzicht op de binnentuin en de heuvelachtige omgeving.
Stop in Brasov
Je kunt het sterallures noemen, maar stijlvol is het wel. Brasov, op nog geen halfuurtje rijden van Bran, heeft Hollywood geïmiteerd. Met een stoeltjeslift kun je de naar de letters bovenop de heuvel Tampa. Vanaf de top heb je een prachtig uitzicht over Brasov en de wijde omgeving. Rondom de fontein op het oude dorpsplein in het historische centrum van de stad is het vaak gezellig druk. Eén van de vele smalle straatjes leidt je naar de zogenaamde ‘zwarte kerk’. De zwartgeblakerde buitenmuren door een felle brand enkele eeuwen geleden hebben tot deze naam geleid. Het is grootste kerk van Roemenië. Eigenlijk is een Brasov een verrassend aangename stad die niets onder doet voor een gemiddelde West-Europese stad waar het goed een weekendje vertoeven in Transsylvanië is.