Ingeklemd tussen vijf landen op de Balkan ligt Montenegro. Een klein landje waar je eigenlijk nooit zoveel over hoort. Montenegro staat ook niet echt ergens bekend om. Reden te meer om een rondreis door Montenegro te maken. We helpen je met de beste reisroute Montenegro om de hoogtepunten van het land in een week te verkennen.
Reisroute Montenegro in een week: de route in het kort
Deze reisroute Montenegro start in Kroatië. Voor wat betreft vluchten heb je veel meer keuze door op Dubrovnik te vliegen. Je passeert de grens en rijdt via Herceg Novi langs de baai naar Kotor. Vanaf Kotor rijd je via het Mausoleum van Njegos naar Cetinje. De volgende bestemming is Budva aan de kust. Je reist vervolgens via de hoofdstad Podgorica naar het Durmitor National Park in het noorden van het land. Op de laatste dag rijd je weer terug naar Dubrovnik. Autorijden in Montenegro is prima te doen.
Rondreis Montenegro in een week: dag voor dag
Dag 1: Vanuit Dubrovnik via Herceg Novi naar Kotor
Dag 2: Kotor
Dag 3: Mausoleum van Njegos en Cetinje
Dag 4: Budva
Dag 5: Langs Lake Skadar via Podgorica naar Durmitor National Park
Dag 6: Durmitor National Park
Dag 7: Terug naar Dubrovnik
Montenegro is een veelzijdige bestemming
Montenegro is de dreumes van de landen die vroeger Joegoslavië vormden. Het land is ongeveer drie keer kleiner dan Nederland en heeft iets meer dan 550.000 inwoners. Ondanks dat Montenegro klein van stuk is zijn de reistijden nog behoorlijk. In het Italiaans betekent Montenegro ‘zwarte berg’. Het land is dan ook bezaait met bergen. Dat in combinatie met een schitterende kustlijn langs de Adriatische Zee maakt Montenegro een veelzijdige bestemming.
Beste reistijd Montenegro
Het hoogseizoen in Montenegro is zonder meer de zomer. Met name Serviërs zijn dol op het land en haar stranden. Het is druk en warm in de zomer. In het najaar blijft de temperatuur, zeker langs de kust, nog erg aangenaam. Zo is de herfstvakantie bijvoorbeeld nog een prima periode voor een rondreis door Montenegro en is de kans groot dan je nog op het strand kunt liggen. Bovendien is het minder druk en zijn accommodaties een stuk goedkoper.
Vliegen naar Montenegro
Vanuit Nederland gaan er geen rechtstreekse vluchten naar één van de twee internationale luchthavens van Montenegro. Een tussenstop gegarandeerd dus. Een prima alternatief is om op Dubrovnik te vliegen. Vanuit daar rijd je in twintig minuten naar de grensovergang bij Karasovići. Een uurtje ben je daar zeker wel zoet. In de zomer kan de wachttijd aardig oplopen en sta je met een beetje pech meerdere uren te wachten om de grens te passeren. Eerst Kroatië uit en dan Montenegro in, een paspoort stempel rijker.
Dag 1: Vanuit Dubrovnik via Herceg Novi naar Kotor
Eenmaal in Montenegro rijd je al gauw Herceg Novi binnen, aan de oever van de Baai van Kotor die in directe verbinding met de Adriatische Zee staat. De oude binnenstad met het fort torent boven de baai uit. Een leuk stadje om de eerste paar uur van je verblijf in Montenegro door te brengen.
Met de Baai van Kotor aan je linkerzijde vervolg je je weg richting het stadje dat de naamgever voor de baai is. Bij het plaatsje Kamenari kun je kiezen. Oversteken met de ferry naar Lepetane of helemaal rond de Baai van Kotor rijden. De eerste optie kent een oversteek van vijf minuten en kost 4,50 euro voor de auto en inzittenden. Het scheelt je een kleine 20 kilometer rijden. Optie twee verdient de voorkeur. Grote delen van de rit om de Baai van Kotor heb je prachtig uitzicht. Je tuft met een snelheid van hooguit 60 kilometer over de altijd slingerende wegen.
Het fotogenieke Perast is een leuke stop onderweg. Dit idyllische dorpje met haar kenmerkende Venetiaanse toren ligt strak tegen de baai aangeklemd en wordt vaak aangedaan als onderdeel van een boottocht op de Baai van Kotor. Maar als je er toch al langs rijdt kun je dit dorp dat op de Unesco werelderfgoedlijst staat alvast verkennen.
Dag 2: Kotor
De volgende stop op de reisroute Montenegro is Kotor. Dagelijks meert er wel een cruiseschip aan in de haven van Kotor. Het is druk in het kleine stadje. Dan met name in de driehoekige ommuurde binnenstad. Verdwaal in de smalle straatjes van de autovrije binnenstad en wandel over de stadsmuren. Iets uitdagender maar zeker de mooie waard voor het prachtige uitzicht over de Baai van Kotor is de hike naar St. John’s Fortress.
Dag 3: Mausoleum van Njegos en Cetinje
De P1 verbindt Kotor met Cetinje, de oude hoofdstad van Montenegro en is één van de mooiste en avontuurlijkste wegen van Montenegro. Met name het eerste van de deel route kan sommige bestuurders afschrikken. De Kotor Serpentine is een 8 kilometer lange klim met 30 scherpe haarspeldbochten. De weg is soms zo smal dat een tegemoetkomende auto passeren niet mogelijk is. Daar staat tegenover dat je voortdurend wordt getrakteerd op een prachtig uitzicht over de Baai van Kotor. Vervolgens rijd je Lovcen National Park in en kun je een tussenstop maken bij het Mausoleum van Njegos, een magische plek. Na het bedwingen van een paar honderd traptreden beland je middenin een prachtig berglandschap met panoramische uitzichten. Het mausoleum is de laatste rustplaats van de nog altijd geliefde Njegos, die wel de grondlegger van Montenegro wordt genoemd.
Dwars door het Lovcen National Park tuf je in een half uurtje naar Cetinje. De voormalige hoofdstad van Montenegro is tegenwoordig gemoedelijk en staat bekend als de museumstad van Montenegro. Njegos heeft hier zijn museum, evenals koning Nikola. Het klooster van Cetinje is één van de belangrijkste religieuze gebouwen van Montenegro en zeker een bezoekje waard.
Dag 4: Budva
Dé strandbestemming van Montenegro is Budva, de volgende stop op de reisroute Montenegro. Vlakbij de oude charmante binnenstad, vaak het kleine broertje van Dubrovnik genoemd, vind je naast de citadel een knus strandje. Als je het pad langs de beroemde ballerina aanhoudt kom je uit bij het ietwat verborgen Mogren Beach. De wat brede stranden en grote resorts vind je in Becici, een paar kilometer ten zuiden van de oude binnenstad. Alhoewel de zee op sommige plekken erg helder is zijn de kiezelstranden een stuk minder idyllisch.
Behoorlijk idyllisch is Sveti Stefan. Op zes kilometer ten zuiden van Budva ligt dit schiereilandje dat met een dam is verbonden met het strand. Vanaf de parkeerplaats langs de doorgaande weg E80 heb je het mooiste uitzicht op dit luxe vakantieoord. De kamerprijzen beginnen bij 1.000 euro. Naast het privé strand ligt het publieke strand waar je gratis van de zon en het uitzicht op Sveti Stefan kunt genieten.
Dag 5: Via Lake Skadar naar Podgorica naar Durmitor National Park
Met een aantal tussenstops kom je aan het eind van de dag aan in Durmitor National Park in het noorden van Montenegro. Vanaf Budva pak je de keurig geasfalteerde M2.3 die door de bergen richting Cetinje slingert. Bij de rotonde vlak voor de oude hoofdstad ga je de eerste weg rechts richting Podgorica, dat sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog de eer heeft zich de hoofdstad van Montenegro te noemen.
De weg naar Podgorica loopt parallel aan het Meer van Skadar, het grootste meer van de Balkan. Met een kleine omweg door bij Meterizi de M2.3 te verlaten kun je een blik op het meer werpen vanaf het populaire viewpoint Pavlova Strana. Het is even billen knijpen in de smalle afdaling waar je liever geen tegenliggers ontmoet. Het uitzicht op de hoefijzervormige uitlopers van het meer is prachtig.
Met 150.000 inwoners is Podgorica één van de kleinste hoofdsteden van Europa. Een derde van de Montenegrijnen woont in de stad die vroeger als Titograd bekend stond. De Morača is de rivier die de stad doorsnijdt. Aan de oever staat nog een standbeeld van de voormalige Joegoslavische naamgever en dictator Tito. Vlakbij vind je de Ribnica brug, het oudste bouwwerk van de stad. Blikvanger onder de bruggen is de Millennium bridge die verdacht veel weg heeft van de Rotterdamse Erasmusbrug. Aan de voet van de brug staat het Vladimir Vysotsky Monument, een eerbetoon aan de Russische zanger.
Podgorica is geen stad om een nacht te spenderen. Een tussenstopje om twee tot drie uur rond te slenteren is meer dan voldoende. Het is er niet fraai en bruist evenmin van het leven. Het onafhankelijkheidsplein zou het hart van de stad moeten zijn. Meer dan een plein dat een voederplaats voor duiven, met een fontein, een verdwaalde palmboom en omringd door grauwe bebouwing is het niet. Een stad zonder smoel en hart dat hoogstens een tussenstop waard is.
Het is nog twee uurtjes sturen naar Zabljak, de gebruikelijke uitvalsbasis voor de meeste bezoekers aan het Durmitor National Park. Het is een mooie rit waarbij heuvels langzaam overgaan in bergen. Zabljak ligt dan ook op een hoogte van 1.450 meter en is daarmee het hoogstgelegen stadje van de Balkan. Hier bevinden zich de meeste accommodaties, drie supermarkten en een tankstation.
Dag 6: Durmitor National Park
Uiteraard kun je dagen spenderen in het Durmitor National Park met het hiken van de talloze wandelroutes en het bedwingen van de uitdagende mountainbike trails in een bijzonder berglandschap. Maar met slechts één dag moet je keuzes maken. De beste optie om zoveel mogelijk van het Durmitor National Park te zien is door de Durmitor Ring te rijden. Dat doe je door de lichtbruine borden met daarop ‘Panoramic Road 2’ te volgen. Het is een rondje van iets meer dan 80 kilometer waar je zeker wel vier tot vijf uur zoet mee bent want veel harder dan 50 kilometer per uur kun je niet rijden.
Geadviseerd wordt om het rondje tegen de klok in te rijden om de minste tegenliggers tegen te komen. Dat is op de vele smalle weggetjes vol met bochten wel zo prettig. Het zuidelijke deel van de Durmitor Ring kent de meest indrukwekkende landschappen. Het is een fantastische route. Vergeet ook vooral niet om bij terugkomst in Zabljak nog even langs het Black Lake te rijden. Dit is het grootste van de 18 gletsjer meren die het Nationaal Park rijk is. Zeker als de zon schijnt wordt de turquoise kleur van het water nog eens extra versterkt. Je kunt in uurtje rondom het meer wandelen.
Dag 7: Terug naar Dubrovnik
Via de P5 zak je weer af naar het zuiden. De route is de eerste anderhalf uur gelijk aan de heenreis. De P5 gaat over in de M6. Bij het plaatsje Carine heb je twee keuzes voor het vervolg van de reisroute Montenegro. De kortste route loopt door Bosnië Herzegovina via het stadje Trebinje. Dat betekent wel twee keer een grensovergang met mogelijk een wachtrij passeren. De andere optie is om via de Baai van Kotor te rijden. Dat betekent minstens drie kwartier extra reistijd, maar ook een grensovergang minder. Het is handig de laatste nacht in Dubrovnik door te brengen om zeker te zijn dat je de volgende dag op tijd voor je terugvlucht bent. De reisroute Montenegro eindigt zo ook weer bij buurman Kroatië.