David schaterlacht zijn witte tanden bloot. Zijn tandvlees lijkt aardig naar boven te zijn opgeschoven. Misschien poetst hij te hard. Ook ontbreekt er een tand. ‘Maidin mhaith!’, roept hij enthousiast. Geamuseerd neemt hij de verbaasde blik in zich op. Het Iers lijkt in de verste verte niet op het Engels. Dan steek hij zijn hand uit. ‘Good morning’, glimlacht hij. ‘Let’s go to the end of the world along the Wild Atlantic Way’
Wild Atlantic Way
Regenjas, windjack, paraplu. En stevige schoenen. Dat stond op het niet te vergeten lijstje. Want ik ga immers naar het einde van de wereld. Tenminste, dat zeggen de Ieren graag. Het is in ieder geval het meest noordelijke puntje van Ierland. Dat is mijn eindbestemming. Het schiereiland Inishowen, onderdeel van het county Donegal. De weg er naar toe leidt me langs een deel van de grillige kustlijn van de Atlantische Oceaan. Dat traject maakt onderdeel uit van de fameuze route die de gehele omtrek van Donegal bestrijkt en bekend staat als de ‘Wild Atlantic Way’. Meer dan vijfhonderd kilometer aan ruige kustlijn. We waren al eerder een stuk zuidelijker in Dingle. Ik volg de Wild Atlantic Way vanaf Burt. Bij het mystieke Grianan of Aileach diende zich een eerste wijdse blik over het landschap van Inishowen aan.
Gezichtsbedrog
Dwars door de Urris Hills snijdt de Gap of Mamore. Ondanks de bescheiden hoogte van iets meer dan 400 meter is het een spectaculaire route met kronkelende smalle weggetjes met de bijnaam ‘Donegal’s Magic Road’. Dit vanwege de optische illusie dat de weg stijgt terwijl het in werkelijkheid een dalend verloop kent. Net iets na het hoogste punt passeer ik Discovery Point, dat beroemd is voor de heilige put. Pelgrims van over de hele wereld willen deze plek bezoeken. Ik speur de omgeving af naar een ronde put. Bronzen beelden, met kralen behangen en onder bloemen bedolven, kijken me aan. Ook Maria is van de partij. De put is niet meer dan klein gat omgeven door kiezels en wat rotsen. Maar het uitzicht. Adembenemend. Twee schapen steken de weg over zonder uit te kijken.
Another bloody castle along the way
Lough Swilly ligt aan mijn voeten. Ik heb mijn weg richting het einde van de wereld in noordelijke richting vervolgd. Fort Dunree is op een strategische locatie hoog op de klippen gebouwd. Voor de Ieren valt Fort Dunree waarschijnlijk in de categorie ‘another bloody castle’. Twee kolossale bordeaux rood geverfde machine geweren staan met de loper gericht op het meer. Ook in beide Wereldoorlogen is het fort voor haar oorspronkelijke functie gebruikt. Nu dient het als een museum waar tal van oorlogsmemorabilia wordt tentoongesteld.
Hobbelen op het strand
Altijd een gespreksonderwerp in Ierland. De wolken. Ze hangen vaak onheilspellend in de lucht, meer dan eens met een grijze tint. In de meest creatieve vormen. Ook vandaag. Het lijkt alsof de wolken boven de heuvels breken en ieder moment de regen met bakken uit de hemel kan vallen. Zeer onwenselijk. Ik heb namelijk net drie rondjes door de binnenbak van het Tullagh Bay Equestrian Centre, de lokale manage, met mijn kompaan Hazel afgelegd. Ze is al een dame op leeftijd, met haar donkere manen. Op een sukkeldrafje draait ze de straat op, mijn onstuimige stuurbewegingen met de teugels volledig negerend.
Paardrijden is een geliefde activiteit langs de kust. Als we door de duinenrij steken en Hazel rustig het zandheuveltje af kachelt zie ik waarom. Tullagh Bay is geen strand voor waterpret.. Dit is de ruige, ongerepte kust van Ierland. Kiezelstranden, steenkoud water en manshoge golven. Eeuwige wolkenpartijen die boven de heuvels hangen. Nauwkeurig plaatst Hazel haar hoeven op het natte strand van de terugtrekkende oceaan. We hobbelen wat ongemakkelijk achter in de kudde. Het begint wat te sputteren maar het deert niet. Hazel geniet van de frisse lucht en ik van de prachtige omgeving.
Zeebenen
De Wild Atlantic Way staat bekend om haar onvoorspelbare weersomstandigheden en bovengemiddelde neerslag. De meeste huizen in de omgeving zijn in bonte kleuren geschilderd om ook tijdens de grauwe dagen nog wat kleur in het landschap te krijgen.
Datzelfde wisselvallige weer heeft invloed op de golfslag van de Atlantische Oceaan, dat zich onder ruige omstandigheden niet comfortabel laat bevaren. De golven klotsen op de rotsen bij Bunagee Pier. Een potige man in oranje kaplaarzen trekt een fuik uit de zee. Het zeeleven is rijk met dolfijnen, walvissen, maanvissen en soms zelfs een reuzenhaai. Allen komen ze in deze wateren voor en laten zich regelmatig zien. Als de oceaan het toelaat.
Eindpunt van de Wild Atlantic Way
Vele herkennen het natuurschoon rondom Malin Head als het gebied waar scenes van de eind van Star Wars films zijn opgenomen. Malin Head is het meest noordelijke puntje van Ierland. Ruiger dan dit wordt het niet. Diepe kliffen die in de zee uitmonden. Puntige rotsformaties. En barre weersomstandigheden. Het kost me moeite om mijn evenwicht op de top bij Banba’s Crown te houden. Windkracht tien op zijn minst. Wat een plek. In de winter is dit dé plek om het noorderlicht te spotten.
Stalen ros
Blaise organiseert samen met haar man Michael fietstochten door Inishowen. De omgeving en de relatief rustige wegen lenen zich uitstekend om per tweewieler te worden verkend. Uit de wind, naast de snackwagen van de lokale patatboer iets onder de top van Banba’s Crown heeft Michael een mobiele fietsenstalling ingericht. De route van vandaag is kort en leidt me naar het hart van de lokale samenleving. Farren’s is een begrip in Malin Head. Achter de bar staat een kopie van David. Het blijkt zijn broer, met puntgaaf gebit, te zijn die vrolijk de biertjes tapt. Zo klein kan de wereld langs de Wild Atlantic Way zijn.